Priester
Hij voelde zich aangetrokken tot het priesterschap en trad in 1895 in de Carmelorde in. Hij nam de naam van Titus aan, de leerling van St. Paulus. Hij ging filosofie en theologie studeren In 1905 werd hij tot priester gewijd. Daarna werd hij naar Rome gestuurd om verder te leren in de filosofie. Ondanks dat hij veel en vaak ziek was, behaalde hij zijn doctorsgraad. In 1909 werd hij tot hoogleraar benoemd aan het grootseminarie in Oss.
Filosofie professor
In 1923 volgde zijn benoeming tot professor in de geschiedenis van de wijsbegeerte alsmede in de wijsbegeerte van de geschiedenis aan de Katholieke Universiteit in Nijmegen. Een bezig mens. Ondanks zijn zwakke gezondheid was Titus Brandsma altijd bezig met bijvoorbeeld het geven van colleges, studeren, schrijven in dagbladen en in tijdschriften en deed alles om de Friese cultuur te bevorderen. Ook was hij bedrijvig op het terrein van het katholiek onderwijs en de katholieke dagbladpers.